Oeioeioeien
Oeioeioei wat kunnen we toch heerlijk oeioeioeien
Ik oeioeioei, hij oeioeioeit, wij oeioeioeien, iedereen oeioeioeit, de hele dag door wordt geoeioeioeid, als we iets vergeten zijn, een telefoonoproep gemist hebben, iets hebben laten vallen, iets verloren zijn, iets ernstigs aanhoren, door het oog van een naald gekropen zijn, als het condoom afgegleden is, iets gemorst is, als een mooi stuk langsloopt, er paniek in de tent uitgebroken is, een kleinkind met een sterk verhaal komt. We oeioeioeien bij het leven, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat, thuis of op kantoor, op straat, in de keuken, in de slaapkamer. Het geeft niet waar. Laatst moest ik hevig oeioeioeien toen de iPad het ineens liet afweten. Oeioeioei wat nu? Toen de jongeman van de reparatiedienst hard op dat ding ging bonken, riep ik verbaasd, oeioeioei als dat maar goed gaat. En toen we daarna in een plensbui terechtkwamen riepen we in koor oeioeioei we hebben geen paraplu en eenmaal thuis gekomen was het oeioeioei, we zijn helemaal nat. En alsof er nog niet genoeg geoeioeioeid was riep er eentje oeioeioei wat een bereweer. Oeioeioei wat kunnen we toch oeioeioeien. Als een lampje van de auto stuk is, of als een oorbel op de grond gevallen is. Als we iets hebben laten aanbranden, of iets veel zwaarder is dan we dachten. Of zoals eergisteren toen een geoeioeioei vanjewelste opstak omdat er geen druppel water meer uit de kraan te persen viel. Oeioeioei we hebben geen water. Oeioeioei wat gaan we nu doen zonder voorraad. Oeioeioei we kunnen niet douchen. Oeioeioei ik moet dringend naar de WC. Oeioeioei hoe lang zal dit nog duren? Oeioeioei als dit maar gauw afgelopen is. Maar oeioeioei, wat heerlijk is het om eens van je af te kunnen oeioeioeien.