Crème patatjes
Van ’t Fort naar de Passionistenlaan door de Groeninge triomfboog, aan de hand van meme was maar een kort eindje. Het met bladgoud belegde Groeningebeeld halverwege bleef mij boeien. Elke donderdag haalde ze me op van de kleuterschool voor een bord crème patatjes. Ik at ze door met een lepeltje te strijken langs het bovenste randje van het bord. Hoewel ik ze niet met een gouden lepeltje at, stelde ik mij voor hoe engeltjes met gouden lepeltjes rijstepap aten.’s Zondags maakte zij een crème-au-beurre taart die opgebouwd was uit lagen petit beurtjes gedrenkt in suikerwater met wat likeur. Daartussen stak een laag van diezelfde crème. De taart werd afgemaakt met een laagje chocolade erom heen. We kregen slechts een dun plakje want meme wilde er nog de hele week van genieten. ’s Zomers kwam daar nog een ijsje overheen dat we kregen van een luid toeterende ijskar. Daarna speelden we een rondje paardjesspel (mens erger je niet) vooraleer ze mij in de vooravond naar huis bracht. Soms ging ik met haar op bezoek bij haar zus Madeleine, die een einde verderop in de Passionistenlaan woonde. “Tante” Madeleine zoals we haar noemden was getrouwd met een onderwijzer uit Waregem. De mededeling dat hij een hersenbloeding gekregen had en het bloed uit zijn oren gelopen was, deed mij als klein jongetje terugdeinzen. Ik kon niet nalaten om als ik later op ziekenbezoek kwam naar zijn oren te kijken.