Uitgezonden in naam van de paus

 

Kardinalen konden door de paus op een speciale missie uitgezonden worden of vertegenwoordigden hem op bijzondere plechtigheden. Avignon maakte hierop geen uitzondering. Deze legaten beschikten over verregaande bevoegdheden binnen hun mandaat, zoals het voeren van vredesbesprekingen of het opzetten van een militie tegen opstandige burgers in de pauselijke staten. Kardinaal Annibaldo di Ceccano kreeg van Clemens VI de opdracht om in Rome het Heilige Jaar van 1350 voor te bereiden. De formele creatie van een legaat verliep volgens een strak ritueel en protocol. Het protocol bepaalde dat de genomineerde zijn benoeming pro forma moest weigeren, omdat hij zich zogenaamd niet waardig vond voor de belangrijke missie die hem opgedragen was, waarna de paus en zijn collega kardinalen zijn excuses zouden afslaan. Daarna kuste de legaat een voet van de paus die door de deken van het kardinaalcollege was ontbloot, gevolgd door een kus op de mond. Deze ceremonie werd afgesloten met een diner à deux van de paus met zijn nieuwe legaat. Aangezien de uitvoering van zijn opdracht in het buitenland niet zonder risico's was, nam de legaat afscheid van de kardinalen bij hen thuis, zijn vrienden en familie. De moordaanslag in 1208 op Pierre de Castelnau die in Toulouse bemiddelde in de kwestie van de katharen, had dit bewezen. Ook Rome was niet ongevaarlijk gebleken voor Annibaldo di Ceccano. Tijdens het oefenen met zijn kameel op de binnenplaats van het pausenpaleis van Rome, de Sint-Jan-van-Lateranen, was hij op een dag bekogeld geweest met stenen.

Later werd zijn rode kardinaalshoed door een pijl doorboord toen hij in processie liep van de Sint-Pieterskerk naar de Lateranen. Anderzijds voerden sommige legaten een waar schrikbewind in de pauselijke staten zoals Aegidius Albornoz deed ter voorbereiding van de terugkeer van Urbanus V naar Rome en daarna Robert van Genève voor de terugkeer van Gregorius XI na de dood van Urbanus V die moedeloos teruggekeerd was naar Avignon. Bij het vertrek van de legaat voor zijn missie stond het college van kardinalen hem op te wachten op een afgesproken plaats waar ze hem uitzwaaiden. Ze namen hierbij hun baretten en hoeden af en kusten hem vaarwel. Andersom bij zijn terugkeer in Avignon verwelkomden de kardinalen de legaat aan de rand van de stad, waarna ze hem in cortège escorteerden naar het pausenpaleis. Aegidius Albornoz werd aldus als een grote overwinnaar onthaald. Opnieuw kuste hij de paus op de voet en de mond, waarna een consistorie volgde. Bij de terugkeer van Bertrand de Pouget sprak Benedictus XII voor het eerst een korte collatio uit over de verdiensten van de legaat. de Pouget was naar Bologna gestuurd om de terugkeer van de paus naar Italië voor te bereiden. Hij liet er een fort bouwen voor de paus, maar werd enkele jaren later uit de stad verjaagd. Een teruggekeerde legaat was gehouden om nederig met het hoofd ontbloot, baret in de hand, de lofrede van de paus te aanhoren. Het consistorie werd besloten met een gemeenschappelijke maaltijd. Na zijn debriefing in een aansluitend consistorie nam de legaat opnieuw zijn plaats in als kardinaal. Zijn bijzondere status was teneinde.