de Varangerfjord
Van de vele mogelijkheden die Nuorgam te bieden heeft kiezen we voor een rit langs de meest oostelijke fjord van Noorwegen, de Varangerfjord. Onvoorbereid over de bezienswaardigheden langs de route willen we ons laten verrassen. De fjord ligt er glooiend bij. De weg meandert traag langs het blauwe water. Her en der wiegen sloepjes zich in slaap. Dat het ook anders kan zouden we nog ervaren op het barre traject in slecht weer van Nuorgam naar Honningsvag vlak onder de Noordkaap. Mijn reisgenote leest wat. Niets hoeft, alles kan. Langs de oevers staan hoge houten rekken voor het drogen van gepekelde kabeljauw tot stokvis. Het droogseizoen is kennelijk nog niet begonnen of het is juist over, want er is geen vis op de rekken te bekennen. Het eb heeft de zanderige oevers droog achtergelaten. Vissers zijn er druk in de weer met hun fuiken. Uit het niets verschijnt in de verte een klein wit kerkje. Als een ranke zwaan rijst het gebouwtje uit het water van de fjord. Onze ogen kunnen er niet vanaf blijven. Het kerkje ligt helemaal in haar eentje op een soort terp dat in het zeewater steekt. Met de kale bergen aan de overzijde kan het niet fotogenieker. En de huisjes van Nesseby, waar zijn die gebleven? Verzwolgen door de zondvloed? Wat wil je, een paar huisjes aan de kade verderop, dat is het. We maken een stop, lopen het kerkje binnen. Haar doden liggen er omheen. We schieten een paar foto's en rijden verder. Vadsø waar we lunchen is verre van een schoonheid. Al verder rijdend verdwijnt de overkant van de fjord langzaam maar zeker achter de nevel. Vardø aan de monding oogt vervallen. Vanaf een heuvel bespieden drie enorm grote bollen onophoudelijk het vijandig buurland. Ze zullen niet ongezien de fjord binnenvaren, dat is zeker. De Hurtigruten in het haventje is wel een graag geziene gast. Met een stoomstoot roept hij zijn uitgewaaierde passagiers naar binnen. We willen het plaatsje bekijken vanaf een hogere plek. Een man met ontbloot bovenlijf en hangbuik maait het gras in zijn achtertuin. Ook dat moet al woon je aan de Barendzzee. De Hurtigruten ploegt fluisterstil een vaarspoor door het water. Desgevraagd heeft de man het best naar zijn zin ginder in het hoge Noorden, geen kwaad woord. Je zou maar in Hamningberg wonen, vindt hij. Dat is pas onherbergzaam. Niemand wil er nog wonen want in de winter kun je er noch in noch uit. Dat het nog altijd erger kan, houdt hem kennelijk op de been. Zo slecht heeft hij het nog niet. Jammer dat we door dit arctisch maanlandschap richting Hamningberg niet zijn gereden, al was het maar een paar kilometer.
Eenmaal terug in Nuorgam doen we ons verhaal. Vardø, wat een gat. Wie wil er daar nu wonen, vindt Raimo. Het is maar hoe je het bekijkt. Want, zeg het nu zelf, wie wil er nu in godsnaam in Nuorgam wonen? Ik in ieder geval niet.