Faust
Het was weer volle bak in de praatbarak. Leopold I had een hekel aan die driftkikkers die nerveus op en neer van hun bankje naar het spreekgestoelte renden om er hun zegje te doen. De ene al luider dan de ander. Populisten die het volk hun hoofd op hol doen slaan. Socialisten die hun slag proberen te slaan onder het juk van de liberalen, en liberalen die de socialisten in hun hok proberen te houden. En de burger .... die krijgt de rekening gepresenteerd en moet diep in de buidel tasten. Liberté, égalité et fraternité …. niets meer van dat. Alleen het eigen hachje telt nog. Hoe hou ik mijn zakken dicht voor de graaiende staat? Hoe ontsnap ik aan de staatse gretigheid? Op het podium van het NTGent verkocht Faust zijn ziel aan Mephisto in ruil voor kortstondig geluk. Evenzo hebben de liberalen hun ziel verkocht aan de socialisten voor de zoete smaak van de macht. De zaal keek ademloos toe. In ruil voor vierentwintig jaar geluk had Faust zijn ziel aan de duivel verkocht. Een briefje had Mephisto van hem geëist om er zeker van te zijn dat hij zijn woord zou houden. Faust tekende met zijn bloed. Na twaalf jaar stond Mephisto weer op de stoep. Veel eerder dan verwacht kwam hij zijn ziel halen. Kon hij er wat aan doen dat Faust twaalf uur per etmaal geslapen had terwijl hij dag en nacht voor hem in de weer was geweest. De looptijd van het pact tussen burger en staat over pensioen, WW, ziektekosten, studiekosten is ten einde. Mephisto staat voor de deur. De burgerdroom van welvaart en zorgeloosheid is voorbij. De goedgelovige burger heeft zijn ziel verkocht aan de staat, en wordt nu meedogenloos afgerekend. De lege bankjes in de praatbarak worden afgestoft. De interruptiemicrofoons staan af. De driftkikkers zijn huiswaarts gekeerd. Faust en Mephisto zijn afgeschminkt. Het dimlicht van het theater gaat aan.
Mijn vader heeft de Faust opera van Gounod grijs gedraaid. Of ik het wilde of niet, ik moest meeluisteren. Het werd een van mijn favoriete stukken.