En wat heeft dat met mij te maken?

 

Het dagboek van zijn grootmoeder dat Sacha Batthyany in handen had gekregen intrigeerde hem zo mateloos dat hij op zoek ging naar de kinderen van de kinderen van het Joodse echtpaar dat door een ingekwartierde nazi zomaar in de rug was geschoten en doodviel op het knisperend grint van de de binnenkoer van het Hongaars kasteel waar zijn grootmoeder opgegroeid was. Was zijn zoektocht voor hem of voor de nakomelingen van de ongelukkigen? Voor wie deed hij dat allemaal? Moest hij hetgeen dat door de jaren toegedekt was weer oprakelen? Het was een wederkerende vraag die hij steeds opnieuw voorlegde aan zijn therapeut die zijn vriend werd. De bewoners van het kasteel hadden weggekeken. De schutter keerde ongehinderd terug naar zijn koffie die koud stond te worden terwijl hij vanaf het balkon de schoten had gelost. Aldus was Sacha's familie deelgenoot geworden van een laffe moord, een schandvlek die in de loop der tijd verweerd was als een wijnvlek die wegtrekt door de ouderdom. Moest hij de kinderen van de kinderen van dit echtpaar niet opzoeken en hen zeggen hoezeer het hem speet? Of moest ook hij wegkijken en het dagboek verbranden? Waarom had zijn grootmoeder dit relaas opgetekend tussen de gewone dagelijkse dingen die haar voorvielen?