Front

 

Hoe kunnen verbeelding en werkelijkheid zo versmolten geraken tot een ingebeelde werkelijkheid! In werkelijkheid zit je in een knus rood theaterstoeltje, maar je waan je in de uitzinnige polyfonie van de loopgraven. Het zware geluid van immense stalen platen is het geluid van inslaande granaten. Het snerpend geluid van een metalen snaar is het verre gedempte gekerm van een onbereikbare verwonde makker dat uiteindelijk uitsterft en de zaal in een overrompelende stilte achterlaat. De dood is intens voelbaar. De stilte van het nachtelijk slagveld gaat door merg en been. Tot opeens de hel opnieuw losbarst. Geschreeuw, geroep, gehuil, gegil en getier. De zaal is een kolkende heksenketel van gerommel en geraas, totdat de stalen platen dempen, het gerommel uitsterft. Snaren doen paarden in stervensnood hinniken. Met een schot stopt het geluid. Wat een dwaasheid. Dieren stuur je toch de oorlog niet in! Een brief gericht aan een verre moeder wordt voorgelezen: Hier gaat alles goed. Maak je geen zorgen. Ik ben gauw terug. De verbeelding van deze arme stakker tart alle werkelijkheid.

Voor het eerst kijk ik niet afstandelijk naar oude schokkerige beelden van een onwerkelijke gruwelijke oorlog. Nee, ik bevind me middenin de waanzin van het slagveld, middenin de paniek die uitbreekt als een kogel het oog van je beste kameraad doorboort en je zakdoek te bemodderd is om zijn pijnen te verlichten. Luk Perceval heeft mijn lijf de oorlog ingezogen, doen voelen, lijfelijk doen beleven, me doen opschrikken, een makker laten bewenen, de angst doen beleven bij een naderende dodelijk-groene gifwolk. 

 

Zo moet het nu zijn in Oekraïne. 

Als ik naar de grond kijk, zie ik de wormen die erin rondkruipen,

Als ik naar een boom kijk, zie ik zijn wortels erbij, gelijk klauwen in de grond.

En als ik een soldaat zie, is het alsof ik door zijn vel al zijn geraamte zie ….

FRONT: Polyphonie van Perceval,  27 september 2014 (centenaire van WO I)