Jheronimus Bosch alias El Bosco

 

Afzichtelijke monsterlijke gedrochten, vliegende hagedissen die venijn spuwen uit hun gespleten tongen, kruipende reuzevinvissen met vleermuizen in hun bek, blote levende doden in de ondergaande zon van bloedrood hellevuur tegen een inktzwarte hemel, hersenspinsels door een waanzinnige creator minutieus in verf gebeiteld op houten panelen. Monnikenwerk, in een tijd zonder gebrek aan lieden met kale kruin en een zee van tijd. Ze worden minutieus bekeken, bestudeerd, bewonderd. De wereld is ervoor afgestroopt. Wie waren in hemelsnaam de afnemers van zulke nachtmerries op doek, waarop we nu massaal afkomen? Het is een onopgelost raadsel. Mijn hoofd draait. Ik voel me onstabiel en stut me eventjes tegen een wand. Mijn hersens kunnen de spookwereld van Jheronimus Bosch niet aan. Zelfs het huis van zijn buren hield het verleden week voor gezien en gaf onder een donderend geraas de geest, een demonisch spektakel, van stof en as, de fantast Bosch waardig. Ik loop weg van de drukke beeldschermen die mijn hoofd op hol brengen in het labyrint van duistere zalen als mijngangen vol dansende lichtjes van mobieltjes en andere schermpjes. Hoe was het de vorige keer ook al weer, bijna vijftig jaar geleden? In elk geval bleef ons toen dat zenuwachtig elektronisch geflikker bespaard. Onbereikbaar afgezonderd van de buitenwereld keken we onze ogen uit, het narrenschip, de goochelaar, het laatste oordeel. Blijkt ineens dat de meeste werken die we toen gezien hebben nepperds waren, geschilderd door nijverig werkvolk in het atelier van hun meester. Een beetje laat om te bekennen dat we toen collectief bedonderd zijn, nu we onze dure guldens niet meer kunnen verzilveren. Onverwachts kwam gisteren dan toch nog gerechtigheid. Een vriendelijke baliemedewerker geloofde mijn verhaal op mijn blauwe ogen. De audiotour was vooraf betaald, terwijl ik hem het bewijs schuldig bleef. En zo ontving ik een getrouwheidspremie, want iemand die vijftig jaar geleden dezelfde tentoonstelling in dit huis had gezien, kruiste niet elke dag zijn pad.

Enkele maanden later zagen we tot onze verrassing in het Prado te Madrid wat we in Nederland niet te zien kregen door de koppige Spanjaarden die hun schilderijen niet wilden uitlenen, maar nu wel in hun eigen huis lieten zien:  hun werken van de beroemde Spaanse schilder El Bosco, want zo noemen ze onze Brabantse schilder uit de Spaanse gewesten, die ze nog steeds in gijzeling houden.