Florence onder het interdict van Gregorius XI (1376)

 

Aangezien de wapenstilstandsbesprekingen tussen Frankrijk en Engeland in Brugge niet vlotten stelde paus Gregorius XI zijn terugkeer naar Rome uit tot aan de lente van 1376. Een vloot werd in Marseille in gereedheid gebracht. Noord-Italië zat allerminst op de komst van de paus te wachten. Florence verzette zich hevig tegen een mogelijke pauselijke inmenging, hetgeen zich verspreidde over geheel Toscane en de pauselijke staten. De acht heiligen oorlog was uitgebroken die zou duren tot enkele maanden na het overlijden van de paus op 17 januari 1378. Zijn vooruit gezonden pauselijke gezant Noellet ter voorbereiding van zijn komst in Rome hadden ze uit hun stad verjaagd. Gregorius XI was woest en reageerde op 13 maart 1376 met de excommunicatie en de uitzetting van alle Florentijnen terug naar Florence. Hun goederen werden verbeurdverklaard, niet alleen in het aartsbisdom van Florence maar ook van alle Florentijnen met voorouders in Florence die er belastingen betaalden. Een onmenselijke straf, die maar al te vaak werd toegepast door de Kerk. De Florentijnen bogen niet, want hun bancaire netwerk bleek essentieel voor de belastinginning ook van de Heilige Stoel zodat de grote families uitgezonderd werden van de sancties als ze maar geen belastingen overdroegen aan de stad. Andere draagkrachtige families gaven zich uit als burgers van Genua, of Venetië of lieten zich inschrijven als poorter van Parijs, Brugge of Lucca als het nodig was voor hun commerciële activiteiten in het buitenland. Gebrek aan inventiviteit om de sancties te omzeilen konden deze Florentijnen niet verweten worden. Het was de gewone man die het ergste getroffen was en het meeste leed onder de ontzegging van de sacramenten en de eredienst. Het Heilige Roomse Rijk weigerde om de Florentijnen uit te zetten. Die van de pauselijke gebieden, Avignon en de Venaissin, en de andere landen zoals Frankrijk en Engeland, hadden minder geluk. Het ging er niet zachtzinnig aan toe in Avignon en het graafschap Venaissin. De opbrengst van de verkoop van hun goederen ging linea recta naar de pauselijke schatkist, terwijl de wereldlijke en kerkelijke rechtbanken overuren maakten om de weerspannige burgers (citoyens), geestelijken of leden van de pauselijke hofhouding (courtisans) van Florentijnse afkomst te veroordelen. Florence zou niet buigen en volhouden tot aan het overlijden van de paus op 27 maart 1378, amper 45 jaar oud. Na een maandenlang oponthoud in de havenstad Corneto was hij op 17 januari 1377 plechtig onthaald in Rome, dat meteen na de symbolische sleuteloverdracht bij de Engelenburcht hem de macht over de stad had ontzegd. Gemuilkorfd smoorden zijn plannen om ook Rome gewelddadig aan zijn gezag te onderwerpen. Zijn motief om Avignon te verlaten teneinde alle pauselijke staten te verenigen onder zijn centraal gezag met Rome als hoofdstad had hij niet voor elkaar gekregen. Het heeft heel veel levens gekost met het bloedbad van Cesena (2-3 februari 1377) als uitschieter. En hoe financierde de paus zijn oorlog? Met de grootste 'rituele' plundering ooit. In juli 1378 haalde de gewone man van Florence zijn gram met een volksopstand tegen de grote familieclans.