Marseille krijgt hoog bezoek

 

In 1365 geraakte Marseille in de ban van het aanstaande bezoek van Urbanus V aan hun stad. Haar abt van de Sint-Victorabdij was in 1362 geroepen tot het ambt van paus. Het was ook voor Marseille even wennen geweest aan deze paus die opkwam voor de onderklasse, wiens gestolen graan teruggegeven moest worden en de met voeten getreden belangen dienden hersteld te worden. De bestuurders van de stad hadden grif de weg naar Avignon gevonden voor het verkrijgen van uiteenlopende diensten. Ze kregen twee gloednieuwe galjoenen en 8.000 florijn voor het opknappen van de haven die in een deplorabele staat verkeerde. Zijn non extrahendo moest de handelaren beschermen tegen dagvaardingen van buitenlandse rechtbanken. Hij vergat uiteraard zijn abdij niet die hij liet versterken met muren en torens. Hiervan heeft alleen de basiliek Sint-Victor de eeuwen getrotseerd. Als dank stuurde Marseille honderd boogschutters naar Avignon om de paus te beschermen. Zijn bezoek aan Marseille in 1365 viel samen met de voltooiing van de werken aan de abdij. Uiteraard diende dit bezoek omgeven te worden met de gebruikelijke pracht en praal. Vooraf stuurde hij een relikwieënschrijn bekleed met zilver, goud en edelstenen voor het opbergen van het hoofd van de heilige Victor. Marseille kon zich opmaken voor een groots bezoek. De schrijn zou in een plechtige processie gedragen worden van de kerk van de Minderbroeders naar de abdij in de tegenwoordigheid van de geestelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders van de stad. Diegenen die niet op hun post waren, waaronder de bisschop van Marseille dienden onverwijld terug te keren. De voorbereiding voor de ontvangst van de paus met zijn uitgebreid gevolg van hofhouding en kardinalen nam maanden in beslag, waaronder logistieke zaken zoals het regelen van verblijven in het bisschoppelijk paleis, het klooster van de predikheren, de commanderij en de verschillende privé paleizen. Daarnaast werd een lijst opgesteld van alle supplieken die men aan de paus wilde voorleggen. Kortom zo’n bezoek in die tijd deed niet onder voor de hedendaagse pausbezoeken. Een flottielje van versierde schepen en scheepjes verwelkomde hem langs de kustweg met muziek en vlaggenvertoon waarna de processie vanuit de Heilige Lazaruskerk met de relieken vertrok richting abdij, een route dwars door de stad, de paus gezeten op een paard in toom gehouden door een lakei. Vertrokken als een nederige abt kwam hij terug in zijn abdij als hoogste gezagsdrager van de Kerk. Uiteraard volgde in de basiliek een ceremonie met toespraken van verschillende hoogwaardigheidsbekleders. De broer van de paus, de bisschop van Avignon, was een van hen. Daarna consacreerde hij het nieuwe altaar van de basiliek, de primaire reden van zijn bezoek. ‘s Avonds was de gehele stad uitbundig verlicht met vurige lampen. De dagen nadien zou hij zich nog diverse malen in de stad ophouden voor een bezoek aan kerken, kloosters en grafstenen van heiligen die niet in de abdij hun laatste rustplaats hadden gevonden. Ook kwam de lange rij van supplieken aan bod die varieerden van het overhevelen van een aantal docentenplaatsen van de universiteit van Montpellier naar Marseille tot de toekenning van allerhande beneficiën. Na gedane zaken keerde hij op 24 oktober 1365 terug naar Avignon.

Marseille was in 1348 getroffen door de pest waaraan 15.000 van de 25.000 inwoners overleden. Geen enkele benedictijn van de Sint-Victor abdij kreeg de ziekte doordat ze de abdij afgegrendeld hadden van de buitenwereld.