Mijmeringen over vroeger
Toen er nog geen in boerka gehulde moslima's achter hun venster als een zwarte schim ritmisch heen en weer bewogen en toen de auto's nog zonder in de reke te moeten staan ongehinderd de kust konden bereiken, en meneer de pastoor de kindjes in de biechtstoel nog vrijelijk kon uithoren, waren de open wonden die de oorlog in Kortrijk geslagen had nog verre van dicht. Naast de opgeblazen bruggen waarvan de resten nog in de Leie lagen waren houten noodbruggen gelegd. Het waren noodverbanden die vele jaren dienst deden totdat een baas van 'tstad vond dat 't genoeg was geweest en dat er nieuwe bruggen moesten komen op de oude plaatsen zodat de auto's de brug niet meer konden missen en dan in de Leie belandden of door de reling schoten of er in bleven steken, balancerend over 't water met de chauffeur in doodsangst onbeweeglijk stijf naar achteren totdat iemand hem kwam bevrijden of de schreeuwende man met auto en al toch nog in 't water stortte en later opgezwollen stroomafwaarts een eind buiten de stad teruggevonden werd.
Met de nieuwe bruggen sloop ook stilaan de moderniteit naar binnen: bussen met vouwdeuren die vanachter het stuur open en dicht konden, waartussen wel eens iemand met zijn frak bleef vastzitten. Die, als de bus vertrok, viel en als gevolg daarvan met zijn hoofd omlaag over de kasseien meegesleurd werd totdat zijn vel tot over zijn oren getrokken was en van zijn hoofd alleen nog maar een homp vlees over was. En de mensen op straat gebaarden dat de chauffeur moest stoppen, niet omdat ze wilden instappen, maar omdat het arme slachtoffer alleen nog een klomp vlees was hangend in zijn frak.
Omdat er nog geen televisie was kende 'tstad wel vijf of zes cinema's: de Royal op de Markt, Ons Huis, de Gouden Lantaarn, Calypso bij het station, Groeninghe en voor de liefhebbers, de Cine Palace vlakbij de koeiemarkt. Daar hingen vuile zientjes, zoals van BB in “et dieu creea la femme” met op haar tepels zwarte sterretjes geplakt om de mensen die de rest wilden zien naar binnen te lokken. En er waren genoeg mensen die dit wilden, niettegenstaande het bordje bij de kerk vermeldde dat de film in de Cine Palace 'te mijden' was. Waren de pastoors dan zo onnozel om niet te weten dat de valeerkes en de ondienekes hiermee precies wisten waar ze naartoe moesten voor de vuile zientjes. Voordat de film met BB in de Cine Palace begon, kreeg je eerst het nieuws van Belgavox met het verschrikkelijke bericht dat een man die nog op het laatste nippertje in de bus had willen springen, met zijn frak tussen de deur was blijven steken en doordat hij daarbij gevallen was, zijn hoofd niet veel anders was dan gelijk een ontvelde konijnenkop die bij de beenhouwer nog aan de haak omlaag hangt waaruit nu en dan nog een druppel bloed sijpelt. Want omdat de bazen van 't fabriek wilden dat 't volk bij aankomst een kaart in een tijdklok staken en omdat het arme slachtoffer te laat zou arriveren en die tijd van zijn toch al schamele wedde zou zijn afgetrokken, was hij gepresseerd op de bus gesprongen, terwijl de klapdeuren hem vastgrepen. Want de chauffeur was eveneens gepresseerd omdat hij ook niet te laat bij de statie mocht arriveren omdat dan nog meer mensen niet op tijd op 't werk zouden zijn en de tijd dat ze te laat waren van hun schamele wedde zou afgetrokken worden. Want de bazen reden in hun Buick, Oldsmobile, Chevrolet of Cadillac naar 't werk zonder dat ze een kaart in de klok moesten steken. En 't volk wist het zeker dat wat bij hen afgetrokken werd, er bij de bazen weer bij kwam.
'T was den tijd dat valeer naar de grote school moest en hij naast ondieneke nog wel drie ondienekes erbij kreeg. Want de pil bestond toen nog niet en het enige wat je kon doen was ofwel voor 't zingen de kerk uitgaan, maar dat mocht niet van meneer de pastoor, ofwel helemaal niet zingen als ge dacht dat er kindjes van konden komen. Maar ja, de vader van valeer zong ofwel graag ofwel op het verkeerde moment. Maar omdat valeer verteld was dat de kindjes met 't schip kwamen en zijn moeder naar de h.hartkliniek moest omdat ze daarbij altijd van de trap viel, en hij daarom niet op haar benen in de kliniek mocht zitten, ging hij op zoek naar dat schip in de Leie waar geen schip te bekennen was met een trap waar je vanaf kon vallen, laat staan een schip vol ondienekes.
Den eersten dag van 't schooljaar werd valeer zijn hoofdomtrek gemeten voor zijn groene collegepet. Zonder meisjes waren alleen maar petten nodig. Een schildje met het college-embleem stond boven de klep. Vanaf het knopje bovenop zaten vier gele biesjes. Zeven jaar zou valeer die collegepet dragen die meegroeide met zijn hoofd. Meneer van Aalst, Withoek, Devos, Derum en Hoet zouden hem de catechismus leren, die je vooruit en achteruit moest kunnen opzeggen. Hij leerde biechten en naar de communie gaan. Eerst werd gedaan alsof en kreeg valeer op zijn tong een koude tik van een sleutel in plaats van de ronde hostie. Het was al een mysterie dat de klas elkander niet aanstak van een of ander besmettelijk iets. En bij de zonde van onkuisheid kon valeer zich niets voorstellen. Dus kon meneer de pastoor hem hierover in de biechtstoel vanachter zijn tralies ook niet uithoren en bleef het tussen zijn benen onder zijn soutane een slappe boel. Valeer had nog nooit een moslima gezien die heen en weer bewoog van achter het raam, want er woonden nog geen moslima's in 't stad. Wel de plaatjes bij Cine Palace waar hij nieuwsgierig ging kijken op weg naar meme aan de rand van 'tstad. Voor het eerst had hij tussen zijn benen een zwelling gevoeld die hem niet onaangenaam voorkwam. Dus ging hij graag naar meme die bij toontjes kerke woonde aan den ijzerweg, al was het maar omdat je dan de koeiemarkt passeerde en zag hoe de koeiemarchangs de staarten bijna uit 'tgat van de koeiebeesten draaiden om ze de beestenwagen in te dwingen. En dan zag hij hoe die koeien van pure domheid weer van de glibberige looptrede op hun zere gat vielen en met hun poten tussen wagen en trede beklemd raakten. Eens geraakte valeer in den abattoir en zag hij hoe met een schot een koe met de dood in de ogen en het schuim uit de bek, nog een laatste keer de stront de vrije loop liet om daarna dood neer te vallen. Waarna mannen in witte schorten met een snelle haal van een slagersmes meteen de buik openreten en de dampende darmen blubberend in een grote bak ploften. Zo moet dat ook in den oorlog geweest zijn. Mannen die hun hoofd afgeschoten werden om te verworden tot een zak vlees in een soldatenfrak, of een granaat in hun buik kregen en hun ingewanden lieten vallen in hun eigen stront. Maar dat kwam niet op Belgavox want er was in die tijd geen Belgavox toen de bruggen kapot geschoten werden waardoor jaren later dronken, gepresseerde of zondagse chauffeurs eigenlijk nog postume slachtoffers werden van den oorlog.