maidentrip

 

Goedgemutst loop ik het huis uit dat nog ons thuis moet worden richting de bushalte aan de 65th St NE in Seatlle. Het wordt mijn maidentrip met de bus naar de universiteit van Seattle. Na deze maidentrip zouden nog veel dagelijkse busritten volgen heen en weer naar de Washington University, waar ik een vol jaar onder de pannen ben. Voor mijn eerste dag heb ik wat papieren uit Nederland in mijn aktetas gestopt die ik nodig heb voor de officiële aanmelding bij de faculteit scheikunde in de Bagley Hall. Het weer is perfect op deze zonnige dag medio augustus en ik heb er zin in om mijn Amerikaanse collega's voor het eerst te zullen ontmoeten. De busroute had ik al eerder met onze huurauto gereden vanaf ons huis met nummer 6242 in de 28th Ave NE, zodat ik me tijdens de rit enigszins kon oriënteren. Daar ga ik. De bus knielt voorzichtig neer voor haar wachtende passagiers, die als dank pasmunten in de beveiligde offerblok gooien naast de buschauffeur met een prachtige kepie op zijn hoofd. De habitués kennen hun chauffeurs op die lijn en begroeten hen met Hi Larry, of Jo, of hoe zo ook mogen heten. Ik moet me nog inwerken in de kring van habitués die stipt op dezelfde tijd en plaats de bus opwachten. Met mijn zwaar accent uit een ver land, een koffertje in de hand in de plaats van een rugzak en een pantalon in de plooi in de plaats van een uitgewoonde jeans, ben ik een vreemde eend in de bijt. Geen wonder dat bij het instappen alle ogen van de overwegend donkere gezichten op mij gericht zijn. Ik ben nog niet helemaal gezeten of de bus staat weer op en vertrekt, terwijl ik onhandig met mijn aktetas manoeuvrerend een vrije plek opzoek. Tot mijn schrik staat een halte voordat ik op mijn bestemming ben ineens een kwade donkere man voor me, die bedreigend roept 'next time I'll kill you' terwijl hij hevig gesticulerend wijst naar zijn knie.

Welcome in America. Ik ben meteen ontgroend.