Een en al rumoer

 

12 februari 2015

De ochtend is half om. Na de nachtelijke stilte ruisen mijn hersenen als een slecht afgestemde radio, die ik het zwijgen maar niet kan opleggen. Het is een en al rumoer in mijn hoofd. Niet aan denken, zegt men. Naar muziek luisteren, zeggen anderen. De melancholie van Schubert helpt niet echt. Sati dan? Nee, Ik laat me gewillig meevoeren door de vloeiende melodieën van de pianoklanken van Mozart die me langzaamaan op gang brengen na een urenlange diepe godenslaap. Hoe moet die tegendraadse muziekschrijver zich gevoeld hebben bij het componeren van die lichtvoetige schalksheid, in eenzame afzondering gebogen over zijn piano met een potlood in zijn mond, klaar om de noten op papier te zetten. Dagen aan een stuk al probeer ik Engelse woorden in vloeiende zinnen aaneen te rijgen tot een wetenschappelijk traktaat als kleurige kralen aan een snoer. Artikels schrijven is als het componeren van een wetenschappelijk muziekstuk. De zinnen moeten lopen als een melodie. Ik lees ze, herlees ze, verander de volgorde, kies een nieuw woord, verander het ritme totdat het goed klinkt. Best raar om te putten uit geschriften van geleerde mensen die er nu niet meer zijn. Al even raar te bedenken dat anderen wellicht zullen putten uit dit werk als ik er zelf niet meer ben.