Het oratorium van Barcelona

Barcelona 10 juni 2016

Des pierta Barcelona! Het is zeven uur in de vroege ochtend. Rolgordijnen rammelen omhoog. Straten worden schoongespoten. Gauwdieven sjouwen hun buit in grote lakens om ze straks te verzilveren. Winkels worden bijgevuld met grote dozen. Eethuizen maken hun terrassen op voor het ontbijt. De eerste toeristen kruipen uit hun schulp. We zijn op weg naar de vroegmis in de kerk van Philippi Neri, een barok kerkje uit de 18de eeuw. Het is een eind lopen van ons Wello appartement in de Carrer Consell de Cent naar het kleinste pleintje van Barcelona achter de kathedraal, de plaza de San Felipe Neri.

De dag voordien spraken we er met een van de twee overgebleven oratorianen. De kinderen van het Neri schooltje naast de kerk waren uit. Het werd een merkwaardig interview waarbij een ter hulp geschoten jonge energieke Neri schooljuf mijn Engels en zijn Spaans heen en weer vertaalde. De initiële achterdocht van de rondborstige padre verdween al gauw toen bleek dat ik goed ingelezen was in de materie. Nee, van de Bérulle had hij nog nooit gehoord. En aangezien Napoleon de stad nooit heeft bezet zijn ze nooit opgehouden te bestaan. Sterker nog, ze zijn lid van de mondiale confederatie. Met 60 padres is het ooit het grootste oratorium van Spanje geweest. Ze predikten er, gaven er les in het Neri schooltje en verzorgden de zieken. Boven de grote groene kerkdeur prijkt het beeld van Neri. Maar, ho maar! De padre was niet genegen om zijn kerkdeur voor ons open te maken zodat we verplicht waren naar de vroegmis van acht uur te komen. 

Daar zitten we dan, twee oude kwezels en wij voor het altaar in een zijbeuk. Het interieur is een afknapper. Neri heeft weinig sporen nagelaten. Een van de kwezels gaat achter het katheder staan terwijl de andere kwezel antwoordt. De rondborstige padre heeft binnen een kwartier de klus geklaard en slaat met een klap zijn boek dicht. Ik begrijp niet hoe hij dit theater volhoudt.

's Avonds komen we terug voor een exquise diner op het enige terrasje op het granieten plaveisel van het pleintje. De regisseursstoeltjes zitten perfect. De hoge muren van de omringende gebouwen werken als de beste geluidswal. Een muzikant tokkelt slow music. Bij het invallen van de duisternis zitten we in het gelig schijnsel van grote muurlantaarns. Homo geliefden kussen elkaar op de rand van het fonteintje en verdwijnen weer. Gidsen sturen toeristen - iphone in de aanslag - langs de kerk. Wat moeten Japanners nu met Neri denk ik, terwijl men wijst naar de pokdalige muren van de kerk, het schooltje en het oratorium. Sommige wrijven met hun handen over de diepe kraters. Dit zijn geen sporen van ouderdom maar van geweld. Hier heeft zich een drama afgespeeld. Inderdaad, tijdens de Spaanse burgeroorlog liet Franco op 30 januari 1938 Barcelona bombarderen. Een granaatbom spatte uiteen op het plein en vernielde 42 jonge kinderlevens, leerlingen van het Neri schooltje. Sommigen werden levend verbrand. Men kan zich nauwelijks het bloedbad voorstellen dat zich hier tachtig jaar geleden heeft afgespeeld. Post factum draag ik mijn vroegmis op aan deze kinderen. Wellicht is dit de reden waarom de rondborstige padre volhoudt met zijn theater voor twee toeschouwers.