Een feestje om te mogen
Een oudere gezette oerlelijke man leunt tegen de achterkant van een keukenstoel. Via een plastiek buisje trekt hij extra lucht door zijn zwart beroete longen. Zijn vrouw in haar keukenschort is alvast begonnen met eten. Alleen het geschraap van mes en vork over het bord verbreekt de ijzige stilte. Zonder opkijken zegt ze 'Je eten staat koud te worden'. Alsof het haar iets kan schelen of zijn eten koud of warm zal zijn. De man blijft onberoerd staan alsof hij niets gehoord heeft, trekt na een poos de stoel naar achteren en gaat zitten. Met schijnbare tegenzin eet hij zonder iets te zeggen zijn bord leeg. Ook zij zegt geen woord. 'Smaakt het' vraagt ze zomaar in het wilde, meer uit gewoonte dan uit belangstelling. Het zal ze een zorg zijn of het hem smaakt of niet. De man kijkt op, trekt wat lucht door zijn buisje en zegt koudweg 'nee'.
De grondeloze eenzaamheid van twee mensen in een drooggekookte relatie kan niet erger zijn. Griet Op de Beeck toonde het tafereel in zomergasten. 'Een feestje om te mogen' noemde ze het. Prompt viel zowat de helft van mannelijk Nederland in katzwijm kletsend aan de virtuele dorpspomp.