Muizenverhaaltje

 

Tegenwoordig hangen onze pare brises vol met van die kastjes die piepen alsof het in het nauw gedreven muizen zijn. Een kastje voor de autoroute in Frankrijk, eentje voor de autobahn in Oostenrijk, eentje voor de autopista in Spanje, de autostrada in Italië, de motortrafikvei in Denemarken, noem maar op. Bruine, grijze, ronde, vierkante, voor elk wat wils. Leve de Europese Unie!

Ik heb er ook zo eentje hangen voor de autoroute, een grijze, en ik moet zeggen dat ik daar veel plezier van heb. Terwijl de meeste voor zo'n slagboom staan te wachten, omdat alweer iemand zijn portemonnee niet kan vinden of er niet doorkomt omdat zijn creditkaart geblokkeerd is, kom ik zelfverzekerd aangereden. Ik zoek de juiste doorgang, mijn grijs muisje piept genoegzaam en oeps de slagboom gaat open en je kunt doorrijden, terwijl al die snelle bolides die je eerder snoeverig hebben ingehaald nog gevangen staan in een lange rij wachtenden. Er zijn nog twintig wachtenden voor u, terwijl ik kilometers verder ben. En dan komt zo'n onweerstaanbaar heerlijk gevoel bij me op waardoor je met moeite een glimlach kunt bedwingen. Alleen al daarvoor zou je zo'n muis in je auto voor geen geld willen missen.

Nu rij ik vanmorgen de autoweg op vanuit Oostende en guess what? Mijn muis begint ellendig te piepen. Ze weet van geen ophouden. God, wat zou dat zijn? Zou een elektronische muis ook ziek kunnen zijn? Eerst streel ik haar zachtjes, dan klop ik er voorzichtig op, daarna ietsjes harder, maar niets helpt. De muis blijft piepen alsof ze door een kat in haar staart gebeten is. Ineens vraag ik mij af. Het zal toch niet waar zijn dat die malle Belgen voor het innen van de tol van de camions hun eigen muizen niet hebben gekweekt maar Franse genomen hebben, zodat deze nu ook in België piepen? Het zou zo maar kunnen. Ik denk na. Misschien helpt een zakdoek voor de ogen van mijn zielig muisje wel. Valt ze wellicht in slaap. Maar nee, haar gepiep blijft aanhouden. Het begint nu echt op mijn zenuwen te werken. Dan haal ik ineens uit met een ferme klap, waarvan ik niet wist dat ik die in huis had. Mijn muisje is meteen doodstil. Haar gepiep is over. Zou ze buiten westen zijn? Ik haal voorzichtig de zakdoek van voor haar ogen weg. Och arme, ze heeft de slag niet overleefd. Draadjes hangen sluts uit haar opengebarsten buik. Ze is dood, dood gemept als een vervelende strontvlieg op een raam. Een weemoedig gevoel overvalt me. Ik stop en gooi het beestje in de vuilbak van een benzinestation.