Bluf ut min kot

 

Niemand mag nog ons kot in. Het kot is al dagen op slot. De werksters zijn op reces. Wie wat wil afleveren moet het op de dorpel neerleggen. Dan gaat de deur op een kier en grissen we het ding snel naar binnen. We doen nog net geen mondmasker op om de groene bakken uit te rollen. De lucht is straalblauw. Geen witte strepen te zien in het firmament. Beesten sluipen uit het bos en besnuffelen de lege straten op zoek naar nieuw territorium. Uitgewoonde kadavers worden in eenzaamheid begraven zonder de absoute of herleid tot as in een urne voor later gejammer en geween. De kerkdeuren blijven dicht. Geen kerkklokken die de gelovigen oproepen tot de eredienst. Oudjes moeten voor dag en dauw uit de veren voor hun exclusieve aankopen in de supermarkt. Handen ontsmetten met gel voordat en nadat een sla in de kar is beland waarna caissières van achter een perspex scherm de buit inscannen. En dan als een hoela je kot in. Groen kaartje achter het raam betekent OK. Rood kaartje betekent hoge nood, zoals het draaiknopje van de wc-deur. Wie zich in het donker op straat begeeft met mondkapje op oogt verdacht, met een bivakmuts al helemaal, terwijl echtparen uit verveling elkaar bespringen en alzo het verlies door de Corona slachting weer goedmaken. De zwakken zijn opgeruimd, nieuw leven is in de maak.