'Wat is dat hier, roept God naar Petrus. Ik heb nog nooit van mijn leven zo'n lange file voor de poort zien staan. We zijn hier de Ikea of de Primart niet van daar beneden op aarde. Zijn de mensen nu helemaal zot geworden. We hebben nog nooit zoveel volk gezien met Allerheiligen. Hebben we nog wel bedden genoeg en engelen om hun verblijf te veraangenamen?' Petrus kijkt beteuterd en blijft het antwoord schuldig. 'We zullen strenger moeten triëren,' zegt God. 'Iedereen moet een corona test doen. Hebt gij al een vragenlijst?' Petrus friemelt in zijn mantelzak op zoek naar een verfrommeld papiertje. 'Is dat het,' vraagt God. 'Hoeveel vragen heb je staan?' 'Ik heb een paar vragen uit de catechismus genomen,' zegt Petrus. 'Trouwens, de hellevorst is al het vuur aan het opstoken.' 'Goed, goed' zegt God. 'Hoe luidt jouw eerste vraag?' 'Geloof je in sinterklaas.' 'En de tweede?' 'Geloof je in de kerstman.' 'Is dat het?' 'Dat is het.' God is niet overtuigd dat dit zal werken. 'En de hoge heren in hun paleizen, Petrus, staan er daarvan in de file?' 'Niet dat ik weet, God.' 'Hoor je daar trouwens nog iets van, Petrus?' 'Er zijn er een paar van onderweg, maar die lopen heel traag. 't is nog niet voor vandaag.' 'En die Trump,' vraagt God.' 'Die hebben we onderweg tegengehouden en teruggestuurd. Die moeten we hier niet hebben. Als die eenmaal binnen is dan zie ik hem een groot hek rond de hemel zetten.' 'Misschien is dat wel de oplossing,' zegt God. 'Maar God, 't is echt menens daar beneden. De antiklerikalen in België hebben de kerken gesloten, onze aanhangers mogen alleen nog naar binnen voor een weesgegroetje. Het is in Frankrijk ook al gevaarlijk, want daar slachten ze onze aanhangers af. De koster van de Notre-Dame van het Gomorra aan de Middellandse Zee is hier eergisteren gearriveerd. Ge had hem moeten zien, helemaal doorstoken met een mes. De heilige Sebastiaan met allemaal pijlen door zijn lijf is daar niks bij. Ik heb die martelaar direct voorrang gegeven aan de poort.' 'Goed zo, Petrus, goed zo. Ik heb ze al gestraft die barbaren en de grond onder hun voeten doen daveren dat ze er niet goed van zijn. Hun huizen zijn als kaartenhuisjes in elkaar gezakt. Stuur die antichristenen maar direct door naar de hellevorst, die weet er wel raad mee.' 'Maar God, wat doen we nu met die file?' 'Wel, hang een bordje op met een pijl naar Halloween en zet die in de richting van de hellevorst en een ander bordje met Hemel erop dat wijst naar onze poort. Versier de weg naar Halloween met spinnenwebben, doodskoppen, zwarte raggen. Doe rode lampionnen in bomen en struiken. Laat muziek van tingeling horen, verspreid zoete geuren en ge zult zien, ze gaan zich vanzelf triëren. Trouwens, Petrus, is Poetin al binnen, want ik heb hem nog niet gezien?' 'Ik zal hem zeggen dat hij moet voortmaken, God.'