Un tableau vivant

 

Het wordt ineens op je netvlies gebrand. Een hoogbejaarde grijze rondborstige dame omklemt een al even hoogbejaarde ronde vrouw en wil haar op een 'kakstoel' tillen. Met moeite komt de ronde vrouw een stukje overeind. Haar infuus in de arm zit haar in de weg. Ze is veel te zwaar voor de rondborstige dame. Haar nachthemd schuift omhoog over haar rug. Een doordrenkte pamper bungelt tussen haar benen. Ik kon het niet meer aanzien en liep de gang op op zoek naar een hulpvaardige hand van de verpleging. Achterom kijkend zag ik het deerniswekkende schouwspel. Het beeld van de twee vrouwen paste precies in het kader van de openstaande deur. De ene rechtop met een verkrampt gezicht tevergeefs tillend aan de half opgerichte vrouw zo zwaar als een willoze zak meel, de bungelende pamper die dreigt af te vallen, het statief met de bolle zak infuus achter hen. Het leek wel een tableau vivant, een world press photo waardig, al even choquerend, al even confronterend, al even onthutsend. Het gebeurde zomaar onder mijn ogen in een vierpersoonskamer in een modern AZ in Vlaanderen. Foto's van elkaar helpende hulpbehoevende hoogbejaarde patiënten lijken altijd iets van verre landen. Zoiets komt bij ons niet voor,  menen we.

Twee bejaarden, ooit begeerlijk koketteerde jonge vrouwen, preuts en aantrekkelijk, hadden alle gêne en zelfrespect verloren en stonden te kijk met een zwabberende pamper tussen de benen voor elk die het zien wilde. Hun maagdelijkheid waren ze voor de tweede keer verloren, ongewild, onbewust. Een tableau vivant die op mijn netvlies gebrand staat. De deur sloeg met een klap dicht. Het rode lampje ging aan. De verpleging deed haar werk.