Op de dijk van Oostende

 

Of ik het wil of niet, als ik op de dijk loop schieten af en toe van die rare gedachtekronkels door mijn hoofd die ik alleen maar krijg op dat stukje zeeweg van pakweg een kilometer of twee. Hoe het komt is mij een raadsel. Het kan de heldere zeelucht zijn, ook het ruisen van de branding of de wind die vrijwel altijd van links waait soms ook van rechts. Wind in vlagen die het stof uit mijn hersens blazen en mijn gezicht zandstralen onder het geklapper van vliegers als reuzenbanieren. Het kunnen ook die opvallende witte bolle kuiten zijn die uit donkere driekwart broekspijpen hangen als struiken witlof die nog nooit het zonlicht gezien hebben. Of het zou het geroezemoes moeten zijn vanaf de terrasjes die ruisen als een kakelende kippenfarm waar nu en dan een gekortwiekt kieken fladdert en neerstrijkt op een nieuw verworven plek, waar obers als pluimveeboeren het gevogelte nu en dan met een scheut vocht of bakje eten voeren. De mensen op de dijk lijken wel één grote golvende beweging, een stoet zonder begin en zonder einde, zonder kop noch staart, een langgerekte zwarte massa op weg naar het beloofde land, een eindeloze bedevaartstoet van zwijgende ouderen en gebrekkigen in karretjes smachtend naar het wonder van de maagd Maria. Niemand heeft de leiding. Onzichtbare krachten houden alles in evenwicht, de aantrekkende kracht waarmee mensen vanuit omliggende straten de stoet ingezogen worden en de afstotende kracht die de mensen in de stoet uit elkaars nabijheid houdt. Dit is nu zo en dit is al jaren zo, en zo zal dit blijven alsof we onbewust gehoorzamen aan een eeuwenoude natuurwet. En dan te bedenken dat al die mensen die ik nu hier over de oranje tegeltjes zie flaneren over honderd jaar er niet meer zullen zijn, volledig versmolten met deze planeet. Foetsie! Dan te bedenken dat de kinderen en kleinkinderen van de nu naar moedermelk krijsende baby's dan de planeet zullen bevolken en hun slierten op deze dijk zullen vormen, onderworpen aan diezelfde natuurwetten als wij nu. En dan te bedenken dat de eerste wereldoorlog van honderd jaar geleden nog zo nabij lijkt terwijl al deze mensen van de planeet weggevaagd zijn.