bronstijd

 

Bezig, bezig, bezig ... de ganse dag door zijn we bezig. Bezig met werken. Bezig met schrijven, lezen. Bezig met kijken, eten, leven. Bezig met uitstellen te sterven. De gehele dag door zijn we bezig. Ongeacht uur, dag, seizoen, regen of zonneschijn zijn we bezig. Saai, oersaai. Elke dag weer hetzelfde, week in week uit, maand in maand uit, jaar in jaar uit. Zonder de wellustige onderbreking van een collectieve bronstijd waar de dieren zich jaarlijks wèl op mogen verheugen. In trein, bus, tram, op straat lijken we een kudde afgeknoopte eunuchen die in een driftloze saaiheid van A naar B voorthollen. Als ascetische wezens afkomstig van andere planeten ondergaan we de oneindige saaiheid van het aardse bestaan. Mannen lopen de begeerlijkste vrouwen achteloos voorbij. Vrouwen doen alsof ze de vleselijke genoegens afgelegd hebben. Het grijze beeld van een groep stugge SGP-mannen bijeen in grijs pak kon de saaiheid van het mensdom niet beter uitbeelden. Met hun strak gespannen kuisheidsgordels in hun broek gingen ze uiteindelijk overstag. Vrouwen mogen hun rangen in de praatbarak van de politiek versterken. Bij het bekijken van de foto moest ik onwillekeurig denken aan die gynaecoloog die zijn patiënten vingerde vooraleer het donorzaad in hun schoot te werpen, zodat ze zich het hemels orgasme blijvend zouden herinneren genoten bij de conceptie van hun opgroeiend kind. Verre van saai. Leve de bronstijd die we in de evolutie hebben afgelegd.