Het voelde niet als een gemis

 

Een man. Alhoewel hij slechts zichtbaar is vanaf zijn rug, kan je zien dat hij niet oud kan zijn. Eerder een stoer type, wit hemd, mouwen opgestroopt, brede bretels die een grijze broek ophouden. Het weer ziet er mooi uit. Hij staart in de verte, naar het water, naar de zee aan zijn voeten, de pootjesbadende kinderen, naar een behulpzame moeder die haar kind bij de armen door het water trekt als een garnaalvisser zijn netten. Zijn broekspijpen zijn tot over zijn knieën opgerold. Zijn blote benen verraden een potig lichaam. De vloedlijn beroert net niet zijn voeten. Met zijn linkerarm in zijn zij overschouwt hij het schouwspel voor hem. Een fijn meisje van nog geen vijf leunt bedremmeld tegen zijn rechterbeen alsof ze de bescherming zoekt van haar vader. Hij houdt haar hand vast, alhoewel je dit vanaf de achterkant niet kunt zien. Het meisje is uitgedost in een prachtige zomerjurk met korte mouwtjes. De sluiting met drie knoopjes loopt vanaf haar rug naar een nauw aansluitend smal wit boordje rond haar hals. Hoe lang zou zij daar al staan turen naar haar spelende leeftijdsgenootjes in het water? Waarom mag zij dan niet spelen? Het bijschrift van de foto suggereert het antwoord: een dominante vader. Maar misschien is het meisje wel ziek of nog maar net genezen, en mag ze daarom het water niet in. Misschien durft ze niet zo goed en probeert haar vader haar te overreden om toch maar haar zwembroekje aan te trekken. Die dominante vader zou zo maar een attente vader kunnen zijn, die zijn broekspijpen heeft opgerold om alvast eens met zijn klein meisje het water te verkennen.

Mijn vader stroopte nimmer zijn broekspijpen op. We zijn nimmer met hem naar de vloedlijn gelopen. Buiten muziek beluisteren en kaartspelen deden we nimmer samen wat. Het voelde ook niet als een gemis. We waren al blij als hij na vieren op het strand verscheen zonder zich verder met ons te bemoeien. Ons spel ging gewoon door. Een kuil gravende vader had ik sowieso niet op prijs gesteld. Blote bast, korte broek ook niet, laat staan een opgerolde broek. Sandalen konden nog net door de beugel. Ook mijn moeder verscheen nooit in badpak. Ook zij liep niet naar de vloedlijn. Ook zij speelde niet met de bal. Ook zij deed niet gemaakt vrolijk. Ook zij hielp nooit bij het graven van putten. Het voelde niet als een gemis. Want spelende moeders vond ik maar niks. Waarom zou je op vakantie dingen doen die je thuis niet deed. Die gemaakte vrolijkheid. Dat gemaakte vakantiegevoel van de man met de zakdoek met vier knopen op zijn hoofd.

De man op de zwart-wit foto van zo'n vijftig jaar geleden heeft allang zijn kind zonder gezicht losgelaten. Zou zij blijvend last hebben gehad van haar dominante vader in haar jeugd zoals velen beweren te hebben? Was ik zelf ook zo'n dominante vader? Het antwoord moet van de kinderen komen. Een antwoord dat wellicht genuanceerder wordt naarmate de tijd verstrijkt.