Heilsprofeet

 

In de zomer van 1934 komt de priester Gabriel Quatannens (1895 – 1970) terug uit Engeland naar huis te Anzegem. Ditmaal kwam hij niet zomaar een bezoekje brengen, maar wilde zich in het dorp vestigen. Voor zijn komst had hij in de tuin van het huis van zijn tante in de Kerkstraat een houten gebouwtje laten optrekken, een zogenaamd Oratorium, dat ingericht was met een bidplaats, een keuken en een slaapkamer. Op 15 september 1934 zegende Gabriel, die zich een oratoriaan noemde, zijn Oratorium in. De consternatie van dit gebeuren bereikte een hoogtepunt wanneer een jaar later nog eens twee zusters aankwamen, de zusters Bertha en Berthonia Holtkamp. Het waren zogenaamde ziensters die geestelijke oefeningen zouden houden in de kapel. De pastoor van het dorp liet het er uiteraard niet bij zitten en liet een onderzoek instellen naar de herkomst van deze zusters en de legitimiteit van Quatannens om zich als priester uit te geven. Aan de bisschop van Brugge schreef hij op 17 oktober 1935:

Gabriël Quatannens gaat 's morgens om half zes naar het convent en keert 's avonds tussen 21 en 22 u terug naar het ouderlijke huis. Ze gaan samen naar de kerk en samen naar de barak, gevolgd door kinderen. Ze bidden gans de dag en zeggen psalmen op

Diverse vermeende verschijningen van Onze-Lieve-Vrouw en Jezus aan de twee zusters volgden elkaar in snel tempo op teneinde hun opponenten het zwijgen op te leggen. Het visioen een maand later op 17 november 1935 had ontegenzeggelijk oratoriaanse trekjes door de volgende woorden in Jezus’ mond te leggen:

Mijn kind, zeg aan de priesters om toch van levenswandel te veranderen. Hun leven moet een boetwaardig, liefdevol leven zijn. Hoe jammer toch. Zovelen zijn reeds van mijn Hart verwijderd en nochtans ik was het die hen riep, mijn kind.

Alras werd de situatie voor het drietal onhoudbaar. De kapel werd leeggehaald waarna de barak werd dichtgetimmerd. In december van hetzelfde jaar nam Quatannens zijn intrek bij zijn broer in Wontergem. De twee vrouwen vertrokken daarheen waar ze vandaan gekomen waren, Berchem bij Antwerpen.