Dodelijke godsvrucht
Oostende, 3 februari 2013
Was ik nu abuis of niet? Of wist ik het zoals gewoonlijk weer beter? In mijn oren klonk het eerder als een blubberige modderstroom, de orgelmuziek van Bach. Geen wisselende tempi, geen verfijnde intonaties, geen ritme. Een rijstebrij van klanken, zonder hart, zonder emotie. Zou dit mijn avond worden? Was ik inderdaad een wijsneus? Eenmaal terug thuis gaf mijn iPad het antwoord. Wat eerst een modderstroom leek klonk nu ineens als een sprankelend wild water, vol beweging, vol emotie. Heldere tonen die vochten met contrapunten opgezweept door een basso continuo. Muziek zoals die bedoeld is.
Gelukkig was er nog de jeugdige soprano. Een zwarte coltrui moest haar stem beschermen tegen de klamme kou van de P&P Kerk. In haar lange blauw satijnen rok stond de ranke zangeres ongeveer op de plek waar lange tijd geleden tijdens de vroegmis drie mensen getroffen werden door neervallend puin. Het rechter kerkportaal was in alle vroegte geraakt door een Engelse bom. Het beeld van de drie onfortuinlijken op de grond gesmeten tussen het puin naast de communiebank kwam tijdens de hoge tonen van Monteverdi spontaan bij me op. Het lot van één der onfortuinlijken, een jonge godvruchtige moeder, is vereeuwigd in mijn stamboom. Een enkeling of wellicht niemand van de luisteraars in de mudvolle kerk die zich bewust was van het drama dat zich hier in de vroege ochtend van 22 september 1917 had afgespeeld. Het melancholisch gezang van de soprano bracht een onverwachte wending, een late hommage aan een onbekende verre verwante jonge devote moeder. De mensen om me heen klapten voor de vlakke emotieloze organist. Ik klapte voor de jonge moeder.
Augusta Corveleyn ev Albert Dispersyn kwam om tijdens de beschieting van de Petrus en Pauluskerk van Oostende tijdens de vroegmis. Ze was 31 jaar oud.